Akkoord over aanvullend pensioen contractuelen

Gepubliceerd op 4 juli 2017 om 21:11

Er is een akkoord bereikt over het aanvullend pensioen voor contractueel overheidspersoneel. ACV heeft ervoor kunnen zorgen dat de WAP-wet, de wet die de aanvullende pensioenen regelt, aangepast wordt. Dat maakt de invoering van een aanvullend pensioen voor contractueel overheidspersoneel mogelijk.

Er komt dus voor verschillende sectoren in de openbare sector een aanvullend pensioen. Het ACV ijvert al meer dan een decennium voor een aanvullende pensioenopbouw voor contractueel overheidspersoneel. Eerdere pogingen zijn telkens mislukt. Tot nu toe kreeg het contractueel overheidspersoneel enkel een laag werknemerspensioen. De vakbonden proberen het pensioen daarom aan te dikken met een aanvullend pensioen.

Garanties

We hebben gezorgd voor verschillende garanties :
- Het aanvullend pensioen wordt gefinancierd door de werkgever. De werknemer moet geen persoonlijke bijdrage storten.
- Alle contractuelen zullen van de regeling genieten.
- Er wordt geen wachttijd of minimum anciënniteit voorzien waaraan het personeelslid moet voldoen om het aanvullend pensioen te bekomen.
- Er komen geen pensioenplannen van bepaalde duur.

Contractuelen federale overheid

Voor contractuelen bij de federale overheid is het aanvullend pensioen nu al concreet. De nodige pensioenreglementen worden nu uitgewerkt en de federale regering garandeert nog dit jaar een aanvullend pensioen van 3%. De regering trekt daarvoor een budget van 32 miljoen euro uit. Ook voor de federaal gefinancierde zorgsector ligt er al geld op tafel.
We verwachten dat het budget van iedere sector de komende weken of maanden op tafel komt te liggen. Er is in ieder geval een dynamiek ingezet die niet meer te stoppen is. Het is niet aanvaardbaar meer om in de openbare sector onder het minimum van 3% te blijven.

Gemengd pensioen

Contractuelen in de overheidssector - met uitzondering van tijdelijke personeelsleden in het onderwijs - die benoemd worden na 1 december 2017, zullen hun contractuele jaren niet langer in aanmerking kunnen laten nemen bij de berekening van hun overheidspensioen. Hun loopbaan wordt gesplitst in een contractuele en een statutaire periode. Dat is het zogenaamde gemengd pensioen.
De opbouw van het overheidspensioen start voortaan dus pas vanaf de benoeming. Contractuele diensten van voor de benoeming leveren dan altijd een werknemerspensioen op.