Op 1 september is de meest recente vorm van opleiding gestart voor de statutaire penitentiaire beambten.
Vooraleer we ons verdiepen in de nieuwe opleiding, eerst kort een historiek.
In de jaren 90 bestond er een basisopleiding voor nieuwe beambten die twee weken duurde. Gedurende een aantal jaren werd deze opleiding in Gent gegeven. Van Gent verhuisde de basisopleiding in 1997 naar Brugge, en het PCBO werd er feestelijk geopend door de toenmalige minister van justitie Van Parijs. De beambte kreeg toen voor het eerst gedurende vier weken een opleiding.
Vanuit heel wat hoeken bleef er echter kritiek komen op een te korte en gebrekkige opleiding voor een zeer complex beroep.
Niet alleen de academici die de diverse facetten van detentie bestuderen, maar ook de Kamercommissie justitie, de eigen gevangenisdirecties en de vakbonden, kortom alle betrokken partijen waren het er over eens dat de opleiding eigenlijk heel wat beter kon.
In concreto kwam de kritiek neer op het feit dat de nieuwe PB’s vaak onvoorbereid op de werkvloer kwamen omwille van dringende personeelsbehoeften. De opleiding kwam eigenlijk te laat (sommigen waren reeds maanden of jaren bezig zonder PCBO). Wanneer zij dan wel een opleiding kregen was die te theoretisch, te kort en te veel gericht op concrete en fragmentarische aspecten van het beroep. Er was onvoldoende aandacht voor de globale context, en voor het functioneren van de gevangenis als een geheel.
Nog een veelgehoorde klacht was dat beambten niet geëvalueerd werden op gebied van kennis, vaardigheden en attitudes. Alles is te vrijblijvend, zonder gepaste gevolgen daaraan gekoppeld.
De vier weken opleiding waren eigenlijk een lachertje als je vergelijkt met de ons omringende landen. In Frankrijk ga je voor acht maanden naar de penitentiaire school. In Nederland duurt de kortste opleiding om te werken in een gevangenis vier maanden.
Vanuit onze steeds weerkerende vraag om de opleiding uit te breiden werd in het sociaal akkoord van december 2004 voorzien in een uitbreiding van de basisopleiding naar zes weken. Sinds 1 januari 2006 volgde elke nieuwe beambte nu zes weken basisopleiding in het PCBO, waarvan één week in het VIPK gegeven werd. Het zwaartepunt van deze uitbreiding van opleiding behelsde vooral communicatie, conflict- en agressiehantering en de basiswet. De uitbreiding naar zes weken was vooral ingegeven door financiële beperkingen, en zeker niet vanuit inhoudelijke overwegingen. Het was een stap in de goede richting,maar ving nog steeds niet de terechte kritieken op.
De nieuwste stap in de hervorming van de basisopleiding is nu de uitbreiding naar drie maanden. Het uitgangspunt is niet alleen de kwantiteit te verhogen, maar vooral de kwaliteit van de opleiding. Er wordt gekozen voor een afwisseling van theorie en praktijk die op elkaar afgestemd moeten zijn. De klassikale weken worden alternerend afgewisseld door terreinweken onder begeleiding van ‘mentoren’.
Voor het eerst is de opleiding van de statutaire beambte vooraleer hij start op de werkvloer een zekerheid.
Deze hervorming van opleiding hangt nauw samen met het nieuwe mutatiesysteem waarbij werving en mutaties op elkaar afgestemd kunnen worden, afhankelijk van de behoeftenanalyses die op regelmatige basis uitgevoerd worden.
De selectie door Selor die tweemaal per jaar door gaat moet voldoende geslaagde kandidaten geven voor de vijf vaste aanwervingsmomenten.
Per aanwervingsgolf kunnen maximaal 3 groepen van 15 personen starten met hun opleiding in het PCBO.
De eerste drie maanden van de opleiding is de standplaats van de nieuwe beambte Brugge, waardoor een aantal taken voor het personeelsdossier overgenomen worden door het opleidingscentrum.
De drie maanden stage voor een statutaire penitentiaire beambte beslaan dus de totale duur van de opleiding, en de stageverslagen worden gemaakt door het opleidingscentrum op basis van de evaluaties gemaakt in de klassikale opleiding en op het terrein.
Het traject van drie maanden start met een eerste week onthaal in het opleidings-centrum in Brugge waarvan drie dagen PCBO (foto) en twee dagen in de eigen inrichting, waar de beambte gaat werken na zijn opleiding.
Week 1 tot week 6 zijn alternerend drie weken klassikale opleiding, afgewisseld met drie terreinweken in andere inrichtingen.
Het is de bedoeling dat de nieuwe beambte op het terrein kennis maakt met de verschillende ‘soorten’ gevangenissen: arresthuis, strafhuis,vrouwengevangenis,...
Week 7 tot 12 is een afwisseling van drie klassikale weken met drie terreinweken in de eigen inrichting.
Het opleidingscentrum zorgt voor de nodige evaluaties en voor het stagerapport. Pas na de opleiding wordt de nieuwe PB ‘operationeel’ in zijn eigen inrichting.
Het doel van de terreinweken is de kandidaat vertrouwd te maken met alle aspecten van het werk en de werkomgeving.
In alle gevangenissen wordt de begeleiding uitgevoerd door ‘mentoren’. Het mentorschap is een vorm van individuele begeleiding op de werkplek, waarbij een ervaren medewerker een nieuwe collega helpt bij de sociale integratie, en het leerproces om zaken sneller of vroeger aan te leren op een professionele en gestructureerde manier.
Als expert wordt verwacht dat de mentor de nieuwe PB gaat informeren over de organisatie, de procedures, werking,...
Hij is het vaste aanspreekpunt die helpt om een aantal vaardigheden aan te leren. Hij coacht de nieuweling met duidelijke verwachtingen en confronteert hem met foutief gedrag. Hij geeft advies en helpt problemen oplossen.
Van de mentor wordt verwacht dat hij activiteiten voor de PB gaat organiseren en begeleiden, en het stageboek van de cursist gaat opvolgen en invullen.
Ondertussen is de selectie van de mentoren voltooid en hebben ze hun eerste opleiding gekregen. In totaal zijn vier dagen opleiding voorzien voor de mentoren.
Essentieel in het optimaal afstemmen van de theorie en de praktijk is een goede communicatie van de mentor met de contactpersoon in het PCBO. Hier vormt het stageboek van de nieuwe PB de rode draad.
De uitbreiding van de opleiding tot drie maanden is een volgende stap in de richting van een volwaardige ‘pententiaire school’, waar wij reeds lang voor pleiten.
Deze vernieuwing in de opleiding wekt heel wat verwachtingen die we nauwgezet gaan volgen.
De eerste groep is gestart in een zekere experimentele fase, want heel wat zaken staan nog niet helemaal op punt, en heel wat mensen hebben een taak toebedeeld gekregen waar ze in moeten groeien.
De voorbereidingsfase is te kort geweest, en er zijn nog tal van onduidelijkheden. Vooral de vraag wat met de opleiding van contractuelen is prangend. De nieuwe vorm van opleiding is alleen voorzien voor statutaire beambten. Waarom deze ook niet geven aan contractuelen ? Tenslotte voeren ze dezelfde taken uit. Wordt zeker vervolgd.