Achteruitgang in strijd overbevolking

Gepubliceerd op 30 november 2007 om 14:50

De virtuele gevangenis genaamd ‘electronisch toezicht’ (ET) geeft heel wat gedetineerden de mogelijkheid de impact van detentie op hun beroeps- en familiaal leven te beperken.

Een aantal gedetineerden komen in de gevangenis en kunnen niet onmiddellijk in strafonderbreking  alvorens in ET te gaan, omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden.  Lukt het toch om vanuit de gevangenis onmiddellijk met ET te starten, wordt door de PSD de nodige regelingen getroffen, en wordt aan de DIG, ET gevraagd.  Bij een gunstig antwoord wordt vanuit de gevangenis contact genomen met het NCET om na te gaan wanneer een enkelbandje ter beschikking is, want er is een lange wachtlijst (momenteel zo’n 300).  Wie opgesloten zit heeft voorrang op wie in strafonderbreking zit.  Tot voor kort kon de gedetineerde binnen enkele dagen na goedkeuring de gevangenis verlaten met een enkelbandje.  Alles werd in het werk gesteld om de persoon in kwestie zo snel mogelijk buiten te zetten, want een bed is soms een luxe.

Tot voor kort, helaas,...

Sedert 1 september is de opvolging van ET toevertrouwd aan de justitiehuizen.  Wie vanuit de gevangenis in ET kan gaan gaat nu niet meer eerstdaags buiten.

De PSD werkt zich de naad uit het lijf om zo snel mogelijk de voorwaarden voor de kandidaat te regelen, en de DIG formuleert snel een positief advies, en dan wachten wij...

Wij wachten tot er iemand op het justitiehuis de tijd heeft om het dossier te openen, en dat kan een tijdje duren.

Er moet alleen vanuit het justitiehuis één telefoontje gedaan worden naar het NCET met de vraag om een box en bandje te plaatsen, en dan kan onze klant binnen de kortste keren de gevangenis verlaten.

Er zitten een aantal gedetineerden ongeduldig te wachten. Waar we vroeger zicht hadden op termijnen en data en snel op de bal konden spelen na goedkeuring, moeten we ze nu vertellen dat ze geduld moeten hebben, en geduld...

Niet echt bevorderlijk voor het bestrijden van de overbevolking in de gevangenissen !

Strafuitvoeringsrechtbanken

Bij de invoering van de strafuitvoeringsrechtbanken (SURB) zijn nieuwe regelgevingen ingevoerd en moeten directie en PSD tal van testen uitvoeren en verslagen maken om een dossier af te ronden vooraleer het behandeld kan worden.

Reeds bij aanvang is gesteld dat er onvoldoende personeel aanwezig is om deze uitbreiding van het takenpakket tot een goed einde te brengen.

De praktijk wijst uit dat wie in de voorwaarden komt om voor de SURB te verschijnen een onvolledig of onbestaande dossier heeft.  De termijnen kunnen niet gerespecteerd worden, en de frustratie neemt op alle vlakken toe.

Ook voor de griffies is er heel wat werk bijgekomen rond het beheer van de SURB-dossiers.

De werkdruk neemt bij de betrokkenen hand over hand toe, en gedetineerden blijven steeds langer opgesloten omdat hun dossier niet rond geraakt.

Nu verschijnen enkel de gedetineerden met een straf boven de drie jaar voor de SURB.  Wat gaat er gebeuren als vanaf 1 januari ook de gestraften tot 3 jaar voor de SURB moeten komen ?

Is dit een positieve bijdrage om de overbevolking in te dijken ?